114 24 Maart 1911. „jaar zal zijn de wisselprijs voor het groote spring concours. „Zooals uit de bij het adres overgelegde bijlage „blijkt, zal de beker eerst in het vijfde jaar het „eigendom van den winnaar kunnen worden. „Het behoeft wel geen betoog, dat het concours- hippique hier ter stede eene groote aantrekkelijk heid bezit voor tal van sportliefhebbers hier te lande „en in niet geringe mate bijdraagt tot bevordering „van het vreemdelingenverkeer, hetgeen aan ver schillende neringdoenden in deze gemeente ten goede „komt. „Dit in aanmerking nemende en op grond van de „omstandigheid, dat het beschikbaar stellen van een „beker niet meer, zooals vroeger ieder jaar, doch „slechts eenmaal in de vijf jaren zal worden aange vraagd, hebben wij de eer U voor te stellen voor „het te houden concours-hippique als eersten prijs „uit te loven een wissslbeker ter waarde van hoog- „tens f 200, De voorzitter vraagt, of de raad zich met dit prae-advies kan vereenigen. De heer VAN DEN BRINK wijst er op, dat blijkens het prae-advies het uitloven van den beker eene groote aantrekkelijkheid is voor het concours hippique. Spreker hoopt, dat het bestuur hierin aanleiding moge vinden, om, evenals vorige jaren, wederom plaatsen aan te wijzen tegen een entréeprijs van 10 cent. Volgens het overgelegd reglement zullen de winners jaarlijks een herinneringsbekertje ontvangen, terwijl de groote beker slechts éénmaal in de 5 jaar zal kunnen gewonnen worden. Spreker vraagt, of de

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1911 | | pagina 114