24 Maart 1911. 115 gemeente nu ook ieder jaar een kleinen beker zal moeten uitloven. Dan wordt dit zoodoende een heel servies. Verder blijkt uit het overgelegd reglement, dat de wedstrijd om den beker van Breda in de eerste vier jaar nationaal en het vijfde jaar inter nationaal zal zijn, zoodat dan ook buitenlanders zullen kunnen mededingen. Spreker vindt het niet behoorlijk, dat de buitenlanders, die de eerste vier jaar niet hebben kunnen mededingen, in het vijfde jaar den beker kunnen winnen. Het reglement is spreker in dit opzicht niet duidelijk. De voorzitter antwoordt hierop, dat de gemeente slechts één beker geeft in de 5 jaar, zoodat het geenszins de bedoeling is, om een heel servies bij elkander te brengen. Ook dit jaar zullen weer plaat sen aangewezen worden tegen een entréeprijs van 10 cent. Met de verdere regelingen, welke zullen gelden, om den beker van Breda te kunnen winnen, is spreker niet op de hoogte. De heer MERKELBACH VAN ENKHUIZEN heeft vernomen,dat door de afschaffing van den totalisator ook de renvereeniging zal verdwijnen. Als dat gebeurt, zal wellicht ook het concours hippique verdwijnen, wijl spreker meent, dat het concours hippique aan de renvereeniging verbonden is. Spreker vraagt, of het in deze omstandigheden wel gewenscht is een beker uit te loven voor 5 jaar. De voorzitter antwoordt hierop, dat er bestaat een hoofdbestuur met een apart bestuur voor het concours hippique en een ander voor de harddra verij- en renvereeniging. Beiden hebben afzonderlijke kassen. Door de aanneming van het bekende amen-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1911 | | pagina 115