120 24 Maart 1911. belang van de school medebrengt, dat de onder wijzer zich geheel wijdt aan zijne taak, vraagt spreker, of, in verband met de indertijd uitgesproken wensche- lijkheid om het theoretisch vakonderwijs door één vasten onderwijzer te doen geven, binnenkort een voorstel te wachten is tot afschaffing van de beide tijdelijke leeraren en de definitieve benoeming van één vasten leeraar voor het theoretisch vakonderwijs. De voorzitter zegt, dat hij hieromtrent geen toezegging kan doen. Persoonlijk is spreker er tegen. Indertijd is alleen de wenschelijkheid uitgesproken, om te onderzoeken, in hoever het gewenscht is, dat het theoretisch vakonderwijs door één afzonderlijk onderwijzer zal worden gegeven. Tot dat onderzoek zijn burgemeester en wethouders gaarne bereid. Zonder verdere bedenking wordt alsnu besloten overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders. 20. Prae-advies van burgemeester en wethouders op het adres van Jac. Oonincx alhier, vergunning verzoekende om een bestaand raam, uitkomende in de poort van de Boterhal, te mogen veranderen in eene deur. De voorzitter vraagt, of de raad zich met dit prae-advies kan vereenigen. Niemand der leden daartegen eenige bedenking hebbende, wordt besloten de gevraagde vergunning tot wederopzegging te verleenen onder de navolgende voor waarden

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1911 | | pagina 120