24 Maart 1911. 123 moeten missen, hetgeen spreker als een verlies be schouwt. Spreker vraagt zich af, wat feitelijk de maatstaf is voor de lagere waterprijzen voor de industrie. Is dat om de industrie te bevorderen, of wel om de waterleiding meer productief te maken. Spreker meent, dat dit laatste het geval is en zou daarom in overweging willen geven het verzoek in te willigen. De voorzitter zegt, dat het niet mogelijk is, om voor het in beweging brengen van een orches trion eenige industrie te zien. Dat de prijs van het water voor industrieel gebruik zooveel lager is, dient uitsluitend om de industrie te bevorderen. Spreker meent echter, dat adressant indertijd het orchestrion met watermotor heeft gekocht, niet wetende, dat de motor zooveel water zou verbruiken. Bovendien moet niet uit oog verloren worden, dat bij een verbruik van meer dan 1000 M!. per jaar de prijs van het water met dat voor industrieel gebruik, n.l. 15 cent per M', gelijk staat. Als ver zoeker kans ziet, om eene goedkoopere beweegkracht voor zijn orchestrion te verkrijgen, zal hij dit, ook bij eenige prijsvermindering van het water, toch niet nalaten. Van een verliespost van f 375,kan geen sprake zijn. Het is alleen eene mindere ont vangst. Aan die lage waterprijzen wordt toch niet veel verdiend. De heer Fr. SMITS had niet kunnen denken, dat de industrie op zooveel welwillendheid kon aanspraak maken, dat de lage waterprijzen ten doel hebben, de industrie te bevorderen. Eerder had spreker ge meend, dat hierbij een zuivere koopmansgeest op den voorgrond trad.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1911 | | pagina 123