124 24 Maart 1911. Intusschen houdt spreker vol, dat eene mindere ontvangst van f 375,nagenoeg een zuiver verlies is voor de gemeente. Dat adressant ertoe zal over gaan, om eene andere beweegkracht voor zijn orches trion aan te schaffen, wanneer hij daarin eenig voordeel ziet, moge juist zijn, doch daartegenover staat, dat hij daartoe niet zoo spoedig zal overgaan, wanneer hij van de zijde der gemeente eene zekere mate van welwillendheid ondervindt. Al heeft het waterverbruik in dit geval niets met de industrie uit te staan, zoo kan toch, naar sprekers meening, dit verbruik wel beschouwd worden als te vallen in de termen, waarop de prijsvermindering van toepas sing is. Het voorstel van burgemeester en wet houders tot afwijzende beschikking wordt alsnu zonder hoofdelijke stemming aange nomen. De heer Fr. SMITS verzoekt aanteekening in de notulen, dat hij tegen dit voorstel is. 22. Schrijven van de kamer van koophandel en fabrieken alhier, daarbij aanbiedende de rekening en verantwoording van verstrekte gelden over 1910. De voorzitter stelt voor, deze rekening tot onderzoek en rapport te stellen in handen eener commissie van drie leden. Hiertoe besloten zijnde, en op verlangen van den raad, dat de v o o r z i 11 e r die commissieleden zal aanwijzen, worden door hem als zoodanig benoemd de heeren Tey- chiné, Verschraage en Reigersman.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1911 | | pagina 124