u 188 22 April 1911. moeten adviseeren over leverantiën en zou dus daar uit eenig geldelijk voordeel kunnen genieten. De voorzitter antwoordt hierop, dat de directeur de eenige persoon is, die voor de aanschaffing van materialen enz. aansprakelijk is. Burgemeester en wethouders achten het niet noodig, dat de hier- bedoelde bepaling ook in de instructie voor den adjunct-directeur wordt opgenomen. Zonder verdere bedenking wordt alsnu de geheele instructie ongewijzigd vastgesteld. Alsnu wordt aan de orde gesteld de instructie, hiervoor onder c vermeld, welke zonder bedenking wordt goedgekeurd. 14. Schrijven van burgemeester en wethouders, daarbij in verband met de voorgenomen oprichting van een handelsavondcursus, ter vaststelling aan biedende de verschillende daarop betrekking hebbende reglementen en verordeningen, zijnde bedoeld schrijven van den volgenden inhoud: „In uwe vergadering van 2 April 1910 werd in „beginsel besloten tot oprichting van een handels- avondcursus met bedoeling het onderwijs aan dien „cursus te doen aanvangen met 1 Januari 1911. „Op dezen laatsten datum was echter nog geen enkel „bericht ontvangen over het aanvraagde rijkssubsidie, „zoodat van invoering op dien datum geen sprake „kon zijn. Thans kunnen wij mededeelen, dat op de „staatsbegrooting voor 1911 voor dat doel eene som „van f 1100,is uitgetrokken en dat wij ver dachten, dat ook de provincie het gebruikelijke „subsidie zal verleenen. i

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1911 | | pagina 138