140 22 April 1911. De voorzitter antwoordt hierop, dat deze ver gaderingen uitsluitend ten doel hebben, om de cijfers vast te stellen, welke aan de leerlingen zullen worden toegekend. Dat geschiedt ook bij de ambachtsschool. De heer VAN HULTEN meent, dat hier een precedent wordt gesteld voor de lagere scholen. De voorzitter herhaalt, dat deze vergaderingen hoofdzakelijk ten doel hebben, om de aan de leer lingen toe te kennen cijfers vast te stellen. Dat is noodig voor alle scholen, waar zooals hier diploma's worden uitgereikt. Bij de lagere scholen is dat niet het geval. De heer VAN HULTEN zegt, dat de leerlingen, om toegelaten te kunnen worden, den leeftijd van 15 jaar zullen moeten bereikt hebben, zoodat het onderwijs niet zal kunnen aansluiten aan de lagere school. Spreker vraagt, welke redenen ervoor bestaan, om den leeftijd op 15 jaar te bepalen. De voorzitter antwoordt hierop, dat de leer lingen, die de hoogste klasse eener lagere school doorloopen hebben, niet in staat zullen zijn, om het onderwijs aan de handelsschool te kunnen volgen. Daarvoor wordt meerdere ontwikkeling vereischt. De heer REIGERSMAN vraagt, of de leerlingen, die als on- of minvermogenden zullen worden toe gelaten, ook uitgesloten zullen worden van het genot van onderwijs in vreemde talen. De voorzitter antwoordt hierop ontkennend en zegt, dat de verplichting tot het volgen van het onderwijs in vreemde talen voor de leerlingen niet

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1911 | | pagina 140