22 April 1911.
161
over 1910, gerapporteerd, dat zij die rekening heeft
nagezien en in orde bevonden. Het heeft echter de
aandacht van de commissie getrokken, dat onder de
uitgaven zijn vermeld een bedrag van f 125,als
bezoldiging van den secretaris, benevens f 25,
voor schrijfloonen. De commissie was van oordeel,
dat door het optreden van een nieuwen secretaris
en de toen plaats gehad hebbende verhooging van
salaris, de post voor schrijfloonen behoorde te ver
vallen. Overigens bestaat bij de commissie geen
bezwaar tegen de rekening en stelt zij voor haar
goed te keuren.
De voorzitter dankt de commissie voor het
gehouden onderzoek en uitgebracht verslag en stelt
voor de rekening goed te keuren en de opmerkingen
der commissie aan de kamer van koophandel en
fabrieken mede te deel en.
De heer MERKELBACH VAN ENKHUIZEN wil,
in zijne hoedanigheid van voorzitter der kamer van
koophandel en f brieken, gaarne eenige inlichtingen
geven aangaande de opmerkingen van de commissie.
De voorzitter vindt het beter, dat de opmerkin
gen schriftelijk ter kennis worden gebracht van de
kamer, welke haar dan beantwoorden kan.
Zonder verdere bedenking wordt alsnu
besloten de hiervoor bedoelde rekening goed
te keuren, bedragende in ontvang f290,79
en in uitgaaf f 257,03, alzoo sluitende
met een batig saldo van f 33,76.
De heeren MERKELBACH VAN ENKHUIZEN
en MEEUWESEN, respectievelijk voorzitter en lid