162
22 April 1911.
der kamer van koophandel en fabrieken, wenschen
geacht te worden niet tot dit besluit te hebben
medegewerkt.
2. De heer Fr. SMITS, alsnu het woord gevraagd
en verkregen hebbende, wijst erop, dat reeds een 6
tal maanden geleden eene subsidie-aanvraag is inge
komen van de zang- en muziekschool, welk adres
aan burgemeester en wethouders is gezonden om
prae-advies. Spreker verzoekt, dat met dit prae-
advies eenige spoed worde betracht.
De voorzitter antwoordt hierop, dat het prae-
advies reeds door burgemeester en wethouders is
vastgesteld en in de eerstvolgende vergadering aan
de orde zal worden gesteld.
3. De heer VAN DEN BRINK, alsnu het woord
gevraagd en verkregen hebbende, herinnert eraan,
dat door hem eenige maanden geleden is gewezen
op het vuil zijn en vuil blijven van verschillende
straten. Uit ingezonden stukken in de Bredasche
courant van 20 en 21 April j.l. blijkt, dat sprekers
opmerking werkelijk gegrond is geweest. Telkens
wordt subsidie van gemeentewege gegeven aan ver
schillende vereenigingen met het doel, om het vreem
delingenverkeer te bevorderen. Als de straten echter
zoo vuil blijven, zal dit den goeden naam van Breda
niet bevorderen.
Op de tweede plaats vraagt spreker, wanneer het
prae-advies op de subsidie-aanvrage voor de huis
houdschool kan worden tegemoet gezien. Als burge
meester en wethouders de werkzaamheden niet af
kunnen met ééne vergadering per week, moeten zij
maar tweemaal vergaderen.