168
26 Mei 1911.
De voorzitter stelt voor, al deze stukken mede
voor kennisgeving aan te nemen.
Waartoe besloten wordt.
6. Adres van de afdeeling Breda van den Bond
van Nederlandsche gemeen te-werklieden, verzoekende
te willen besluiten tot verhooging van de loonen
der werklieden in dienst der gemeente.
De voorzitter deelt mede, dat nog is ingekomen
een adres van het bestuur der R. K. gemeente-
werklieden-vereeniging „St. Laurentius" te Breda,
daarbij adhaesie betuigende aan het hiervoor ge
noemd verzoek om loonsverhooging. Spreker stelt
voor, deze beide adressen te verzenden naar bur
gemeester en wethouders om prae-advies.
De heer VAN DEN BRINK, lettende op de samen
stelling van dezen raad en op den gewonen gang
van zaken, wenscht thans geen tegenvoorstel te
doen tot directe behandeling van beide adressen.
Toch wil spreker deze gelegenheid aangrijpen en aan
dringen op de vaststelling van een minimumloon
voor alle werklieden in dienst der gemeente.
In de memorie van toelichting, welke het adres
vergezelt, wordt er op gewezen, dat de levensmid
delen steeds duurder worden en de noodzakelijke
gezinsuitgaven stijgende zijn. Voor een gewoon gezin,
bestaande uit man, vrouw en 4 kinderen, worden
die uitgaven gesteld op f 13,85 per week. Het is
dus inderdaad treurig, dat bij de gemeente nog
loonen worden aangetroffen van f 8,a f 9,per
week. Spreker vertrouwt, dat de raad er genoeg
zaam van overtuigd is, dat een normaal gezin,
daarvan onmogelijk kan bestaan. Als men deze loonen