26 Mei 1911.
169
gaat vergelijken met die van de beter betaalde
werklieden, ambtenaren en beambten in dienst der
gemeente, dan blijkt daaruit, dat de gemeente in
dit opzicht bijzonder schriel is. In de memorie van
toelichting wordt gesproken van een loon van f 13,
a f 14,per week, als noodig voor den arbeider
met een gewoon gezin. In de laatste jaren zijn de
noodzakelijkste levensmiddelen ongeveer 7s in prijs
gestegen. Spreker meent dan ook te moeten aan
dringen op den reeds meermalen door hem gestelden
eisch tot vaststelling van een minimum-loon van
f 10,per week.
De voorzitter wenscht slechts een enkel woord
over deze zaak in het midden te brengen en wijst
er dan op, dat burgemeester en wethouders nog deze
week hebben vergaderd met de hoofden van takken
van dienst, om te trachten de ongelijkheden weg te
nemen, welke er ten opzichte van de loonen der
werklieden bij de verschillende bedrijven bestaan en
om de uurloonen te vervangen door weekloonen.
Hierop is reeds vroeger door de werklieden-veree-
niging „St. Laurentius" aangedrongen.
Overigens betwijfelt spreker, of al die adressen
wel iets ten goede zullen uitwerken. Als burgemeester
en wethouders den tijd gekomen achten, om ver
beteringen voor te stellen, zullen zij dit niet nalaten.
Doch men kan geen ijzer met handen breken, 't Wordt
vervelend dat eeuwigdurend geadresseer. Thans vraagt
de bond van gemeente-werklieden een loon van f 13,85.
De menschen moeten zich echter niet de illusie maken,
dat daar vooreerst iets van komen kan. Over 't al
gemeen kunnen hier de loonen der werklieden best
eene vergelijking met die van andere plaatsen door
staan. Er zijn weliswaar enkele lage loonen, maar