26 Mei 1911. 181 lo. „dat leerlingen, die zelf, of wier ouders, „voogden of verzorgers in de gemeente Breda woon plaats hebben en onvermogend zijn, geheel- en min vermogenden voor de helft van de betaling van „schoolgeld zullen zijn vrijgesteld; 2o. „dat burgemeester en wethouders omtrent het „min- of onvermogen van leerlingen of hunne ouders, „voogden of verzorgers beslissen in hoogste beroep 3o. „dat leerlingen, die zelf, of wier ouders, „voogden of verzorgers in andere gemeenten woon plaats hebben, alleen zullen worden toegelaten tegen „betaling van het hoogste schoolgeld en slechts voor „zoover de in gebruik zijnde ruimten en de aanwezige „onderwijskrachten zulks veroorloven, met dien ver- „stande, dat aan leerlingen, wettige woonplaats „hebbende in de gemeente Breda, steeds den voor pang zal worden gegeven; 4o. „dat jaarlijks vóór 1 Maart aan den raad „zal worden ingezonden een verslag, benevens een „afschrift of afdruk der rekening; en 5o. „dat deze voorwaarden ten allen tijde door „den raad kunnen worden gewijzigd en aangevuld." De voorzitter stelt dit punt aan de orde. De heer REIGERSMAN zegt, dat uit de stukken blijkt, dat de huishoudschool tot dusver eene sub sidie genoot van f 300,terwijl thans wordt voor gesteld die subsidie te brengen op f 500,Uit de overgelegde begrooting blijkt tevens, dat de uit gaven de ontvangsten zullen overtreffen met onge veer f 1000, zoodat de gemeente slechts ten deele doet, wat ze te doen heeft. Spreker beschouwt deze inrichting als eene am bachtsschool voor vrouwen en hij zou het hoogst 2

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1911 | | pagina 181