186 26 Mei 11)11. als er meer geld noodig is, moeten de gegoeden maar wat meer betalen. Spreker ziet niet in, dat dit niet mogelijk zou wezen. De heer VAN HULTEN is het volkomen eens met het prae-advies. De school wordt voornamelijk bezocht door meisjes van buiten de gemeente. Zeker wel voor de helft. En die moeten dan maar wat meer betalen. Spreker zal niet ontkennen, dat het hier eene zaak geld van sociaal belang, maar hij betreurt het, dat, wanneer menschen uit de betere kringen eene zaak van sociaal nut willen, deze altijd door burgemeester en wethouders gesteund worden. Niet echter, als het voorstel van den heer van den Brink of van hem komt. Dan wordt er nooit op het sociaal belang gewezen. De heer MEEUWESEN heeft het voorrecht naast de huishoudschool te wonen en is ervan overtuigd, dat zij op degelijke en eenvoudige wijze wordt be stuurd. Ofschoon spreker de school een goed hart toedraagt, komt hem de aangevraagde subsidie toch wel wat hoog voor. Er zal weer een greep gedaan worden in de gemeentekas, en met die subsidie's moet men zich bepalen tot het werkelijk noodzake lijke. Het komt spreker voor, dat men dergelijke zaken meer aan het particulier initiatief moet over laten. Blijkt, dat er dan toch nog een tekort in eigen kas blijft bestaan, dan kan de gemeente bijspringen. Aan deze school komen ook dames uit de aristo cratische klasse, die wel wat meer kunnen betalen. Spreker is dus wel voor het toekennen eener subsidie, doch wil niet verder gaan dan het voorstel van bur gemeester en wethouders.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1911 | | pagina 186