194 26 Mei 1911. 3o. „dat burgemeester en wethouders omtrent „het min- of onvermogen der ouders, voogden of „verzorgers van kinderen beslissen in hoogste beroep 4o. „dat kinderen van ouders, voogden of ver zorgers uit andere gemeenten alleen zullen worden „toegelaten tegen betaling van het hoogste school geld en slechts voor zoover de in gebruik zijnde „ruimten en de aanwezige onderwijskrachten zulks „veroorloven met dien verstande, dat aan kinderen „van ouders, voogden of verzorgers, gevestigd in de „gemeente Bredasteeds de voorrang zal worden „gegeven 5o. „dat de benoeming van het onderwijzend „personeel en de regeling der belooning van dat per soneel moet worden goedgekeurd door burgemeester „en wethouders; 6o. „dat jaarlijks vóór 1 Maart aan den raad „zal worden ingezonden een verslag, benevens een „afschrift of afdruk dïr rekening over het laatstver- „loopen kalenderjaar; en 7o. „dat deze voorwaarden ten allen tijde door den „raad kunnen worden gewijzigd en aangevuld." De voorzitter vraagt, of de raad zich met dit prae-advies kan vereenigen. Niemand der leden hiertegen eenige bedenking hebbende, wordt dienovereen komstig besloten. 17. Adres van het bestuur der vereeniging „Breda Vooruit", vergunning verzoekende tot het plaatsen van eene kiosk in de nabijheid van het Stationsplein. Bij dit adres is gevoegd het volgend prae-advies van burgemeester en wethouders:

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1911 | | pagina 194