26 Mei 1911.
195
„Ingekomen is het hierbijgevoegd adres van het
„bestuur der vereeniging „Breda Vooruit," vergunning
„verzoekende om in de nabijheid van het Stationsplein
„een kiosk te mogen plaatsen, welke kiosk moet
„dienen voor de inrichting eener publieke telefooncel,
„het in bewaring nemen van handbagage en voor
namelijk om van daaruit aan vreemdelingen te
„kunnen verstrekken inlichtingen en reclame-middelen,
„ter bevordering van het vreemdelingen-verkeer in
„deze gemeente.
„Het bestuur wenscht die kiosk te doen plaatsen
„op het einde van het verhoogde voetpad in de
„Willemstraat aan de stationszijde, of, zoo daartegen
„bezwaar mocht bestaan, op het verhoogde voetpad
„aan het Stationsplein, waar thans de reclamezuil
„zich bevindt.
„Nog is ingekomen een adres van de maatschappij
„tot exploitatie van sigarenmagazijnen te Deventer
„en haren filiaalhouder C. van Berkel alhier, waarin
„zij verzoeken, uit vrees voor benadeeling in zaken,
„de kiosk niet te doen plaatsen op het tweede aan
geduide punt, en zoo mogelijk, die reclamezuil te
„doen opruimen.
„Ons prae-advies ten opzichte van beide adressen
„willende doen kennen, hebben wij de eer U als ons
„gevoelen mede te deelen, dat de plaatsing eener
„kiosk op het verhoogde voetpad in de Willemstraat
„ons allerminst gewenscht voorkomt, omdat daardoor
„van den eenen kant het uitzicht wordt belemmerd
„op het Valkenberg en het Baroniemonument en van
„den anderen kant op de stationsklokbovendien
„moet dit voetpad voor het verkeer geheel worden
„vrij gehouden, hetgeen bij drukke gelegenheden wel
„eens noodzakelijk blijkt.
