198
26 Mei 1911.
18. Prae-advies van burgemeester en wethouders
op het adres van het bestuur der vereeniging van
directeuren van hoogere burgerscholen met vijfjarigen
cursus, betreffende het verleenen van ontslag aan
leeraren wegens het bereiken van den 65 jarigen
leeftijd, met ontwerp-verordening omtrent het ontslag
aan ambtenaren en bedienden in vasten dienst der
gemeente, zijnde dit prae-advies van den volgenden
inhoud
„Bij Uw besluit van 18 Juni 1910 werd om prae-
advies in onze handen gesteld het hierbij teruggaand
„adres van het bestuur der vereeniging van direc
teuren van hoogere burgerscholen met vijfjarigen
„cursus, verzoekende eene regeling tot stand te brengen,
„waarbij aan de leeraren der gemeentelijke hoogere
„burgerschool bij het einde van den cursus, waarin
„zij hun 65ste levensjaar hebben volbracht, ontslag
„uit den dienst wordt verleend, met dit voorbehoud,
„dat de gemeenteraad telkens voor ten hoogste
„één jaar kan besluiten den ambtenaar in functie
„te laten, doch niet langer dan tot het einde van den
„cursus, waarin hij zijn 70ste levensjaar heeft vol
bracht.
„Hetgeen door adressanten als motief voor de vast
stelling van een leeftijdsgrens bij het verleenen
„van ontslag wordt aangevoerd, geldt in vele op
dichten ook voor alle andere ambtenaren en be
dienden.
„Op grond van deze overweging hebben wij de
„eer U hierbij ter vaststelling aan te bieden eene
„ontwerp-verordening, houdende bepalingen omtrent
„het ontslag aan ambtenaren en bedienden in vasten
„dienst der gemeente.
„Het spreekt vanzelf, dat deze verordening alleen