26 Mei 1911. 211 jongens, nabij het bastion Holland. Spreker verzoekt daarop een scherp politietoezicht te doen houden. De voorzitter zegt, dat hij de zaak onderzoeken zal en, indien blijkt, dat de gekwalificeerde feiten op het grondgebied van Breda plaats hebben, zal hij daartegen maatregelen doen nemen. 4. De heer REIGERSMAN, alsnu het woord ge vraagd en verkregen hebbende, wijst op den overlast, en de schade, die de aangrenzende bewoners van het Valkenberg, waartoe ook spreker behoort, onder vinden in hunne tuinen en aan de vruchtboomen tengevolge van de aanwezigheid van het groote aantal kraaien in het Valkenberg. De heele stad gaat er onder gebukt. Spreker zou wel in overweging willen geven de nesten in het Valkenberg te doen verstoren en opdracht te geven, om de vogels te dooden, waartoe, naar hij meent, de onlangs in werking ge treden vogelenwet aan den burgemeester de bevoegd heid verleent. De voorzitter antwoordt hierop, dat de heer Waals in het bezit is eener akte op het schieten van schadelijk gedierte met het doel, om de kraaien in het Valkenberg te verstoren. Spreker zal intus- schen last geven, om aan het verzoek van den heer Reigersman te voldoen. De voorzitter sluit de openbare vergadering, welke alsnu overgaat in eene met gesloten deuren. De secretaris,

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1911 | | pagina 211