218 31 Mei 1911. is bedoeld het kapitaal, dat indertijd door de ge meente aan de bank is geleend. De heer Fr. SMITS b toogt, dat zijne opmerkingen verband houden met dit artikel. Indertijd is door de commissie, met het onderzoek der rekening belast, er de aandacht op gevestigd, dat de bank in al die jaren eene winst heeft gemaakt van f 17000,— a f 18000,Spreker vraagt, of die winst niet aan de gemeente behoorde te worden uitgekeerd. De heer mr. W. INGENHOUSZ hoort thans tot zijn genoegen, dat er bij de bank winst zou gemaakt worden. Gedurende de 18 jaren, die spreker zitting heeft in de commissie voor de bank van leening, heeft hij echter nooit van eenige winst gehoord. De gemeente verstrekt voorschotten, waarvan, als er winst gemaakt wordt, rente wordt betaald, doch een eventueel te kort wordt niet verhaald. De voorzitter wijst er nog op, dat de gemeente ook geen huur krijgt van het gebouw, waarin de bank is gevestigd, terwijl bovendien nog het onder houd ten laste der gemeente blijft. De heer Fr. SMITS meent, dat het kapitaal bestaat uit den voorraad aanwezige panden. De heer mr. W. INGENHOUSZ zegt, dat daarop het geld is voorgeschoten, hetwelk door de gemeente wordt verstrekt. De heer BLOEMARTS zou willen terugkomen op het besluit van de vorige vergadering door een ander, meer deskundig, lid te benoemen in de com missie, belast met het onderzoek der rekening van a-r

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1911 | | pagina 218