31 Mei 1911. 223 daar niets aan doen kan. Het is eene onhebbelijkheid van de inwoners dier straat. Er lag wel een mand vol tusschen het Valkenberg en de Markt, zoodat het papier daar blijkbaar met opzet was neerge smeten. Waar dit geschiedt onder de oogen van het pu bliek -het was toen nauwelijks 8 uur -vindt spreker het jammer, dat de politie, die zooveel geld kost, en ook de gemeente-reiniging daarop niet een meer nauwlettend toezicht uitoefenen. De politie heeft wellicht andere diensten, maar de werklieden der gemeente-reiniging zou men kunnen laten be- eedigen als onbezoldigd rijksveldwachter, waardoor zij de bevoegdheid hebben van dergelijke veront reinigingen proces-verbaal op te maken. Spreker hoopt, dat het dagelij ksch bestuur naar maatregelen zal omzien om aan dit euvel paal een perk te stellen, opdat Breda niet den naam zou krijgen van eene vuile, onzindelijke stad. De voorzitter is het volkomen eens met den heer van Keppel, dat die verontreiniging hier meer dan ergerlijk is. Maar het aanbevolen middel kan niet worden toegepast. De werklieden der gemeente reiniging kunnen niet worden aangesteld tot onbe zoldigd rijksveldwachter, omdat een groot gedeelte daarvan niet kan schrijven. De opzichters zijn echter wel als zoodanig aangesteld en beëedigd. Ook de politie heeft in opdracht nauwlettend toezicht te houden. Maar als er een politieagent in de buurt is, werpt men geen vuil op straat, 't Is bepaald onwil van het publiek. De heer VAN KEPPEL zegt, dat het bekend is, dat de directeur der gemeente-reiniging, ofschoon zelf

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1911 | | pagina 223