1 Juli 1911. 235 waaruit blijkt, dat in verschillende vergaderingen in de jaren 1909, 1910 en 1911 door denzelfden spreker over hetzelfde onderwerp drie- en viermaal en eens zelfs zevenmaal het woord is gevoerd. In de vergadering van 2 April 1910 werd aan spreker met 10 tegen 8 stemmen verlof verleend, om over een zeker onderwerp voor de derde maal het woord te voeren. Hieruit blijkt ten duidelijkste, dat de be staande bepaling niet meer aanpast aan de tegen woordige tijdsomstandigheden en dat het reglement in dit opzicht behoort te worden gewijzigd. De voorzitter geeft in overweging het voorstel te renvoyeeren naar burgemeester en wethouders om prae-advies, ook in verband met nog andere wijzigingen, welke in het reglement van orde be- hooren te worden aangebracht. De heer VAN DEN BRINK meent, dat eerst moet worden uitgemaakt, of zijn voorstel voldoende wordt ondersteund, waardoor het voor directe be handeling in aanmerking zou kunnen komen. Een voorstel tot dadelijke behandeling van de door den heer van den Brink voorgestelde wijziging wordt niet voldoende ondersteund, waarna het voorstel des voorzitters zonder hoofdelijke stemming wordt aangenomen. 9. Adres van mej. M. L. Hekking, onderwijzeres in de nuttige handwerken voor meisjes aan de open bare school aan de Nieuwehuizen alhier, daarbij eervol ontslag verzoekende uit voormelde betrekking tegen 1 October a.s. Bij dit adres is gevoegd een voorstel van burge meester en wethouders, strekkende het gevraagde

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1911 | | pagina 235