1 Juli 1911. 249 „loren worden, dat dit bezit, actief, eigen kapitaal „of hoe men het noemen wil, sinds bedoeld rapport „over 1908 van f 17155,75 tot f 15472,06 dus met „f 1683,69 verminderd is, terwijl de niet uitgekeerde „verschuldigde rente aan de gemeente deze ver houding nog ongunstiger maakt. „Ten slotte geeft de commissie als hare meening „te kennen, dat de door haar, in aansluiting aan „het rapport over de rekening van 1908, gemaakte „opmerkingen, grootendeels haren oorsprong vinden „in het systeem van boekhouden, hetwelk tot dus verre aan de bank van leening is gevolgd, een „systeem, dat in hooge mate bemoeilijkt, zoo niet „onmogelijk maakt een duidelijk overzicht van hetgeen „door de gemeente aan de bank van leening wordt „ten koste gelegd en van de gegevens, welke in ver hand daarmede noodzakelijk zijn voor de vaststelling „van het beleeningspercentage en dat derhalve hoe „eerder hoe beter door eene boekhouding naar de „Italiaansche of dubbele methode dient te worden „vervangen." De commissie, get. P. BLOEMARTS. J. R. VAN KEPPEL. FRANZ SMITS. De voorzitter dankt de commissie voor het gehouden onderzoek en uitgebracht rapport en stelt voor, overeenkomstig de conclusie daarvan, de on- derwerpelijke rekening goed te keuren. Met betrek king tot de verdere opmerkingen, in het rapport uitgedrukt, geeft spreker in overweging het stuk te stellen in handen van burgemeester en wethouders om prae-advies, die het zullen doorzenden aan de betrokken commissie.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1911 | | pagina 249