jM. 252 1 Juli 1911. 5. De heer MEEUWESEN, alsnu het woord ge vraagd en verkregen hebbende, zegt dat binnenkort een voorstel van de commissie voor de gemeentelijke bad- en zweminrichting te wachten is. Naar aan leiding van het door de commissie ingesteld onder zoek is haar inmiddels gebleken, dat de tegenwoordige badinrichting erg primitief is. Daarvan wordt een druk gebruik gemaakt, doch ze laat te wenschen over. De gelegenheid tot het ophangen van kleeren is erg primitief. Daarin zou kunnen voorzien worden door het aanbrengen van een plank met kapstokken. Ook ware wel gewenscht het aanbrengen van houten vloermatten in de hokjes, waar de personen, die een bad genomen hebben, zich gewoonlijk staan te kleeden. In afwachting van nadere voorstellen der commissie hoopt spreker, dat aan deze wenschen bereids zal worden tegemoet gekomen. De voorzitter zegt, dat hij onmiddellijk een onderzoek zal doen instellen en zoodanige maat regelen zal nemen, dat aan het verlangen van den heer Meeuwesen wordt voldaan. De voorzitter sluit de openbare vergadering, welke alsnu overgaat in eene met gesloten deuren. <0- T)o QonvofnwiiQ T)p

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1911 | | pagina 252