29 Juli 1911.
277
mede een ontwerp-besluit, bevattende de voorwaarden,
welke burgemeester en wethouders aan de eventueel
te verleenen ontheffing wenschen te verbinden.
Niemand der leden hiertegen eenige
bedenking te kennen gevende, wordt be
sloten aan adressant de gevraagde ontheffing
te verleenen onder de volgende voorwaar
den
b. dat op de open ruimte, op teekening
aangegeven, niets worde gebouwd of daar-
gesteld
c. dat het te stichten atelier niet van
bestemming verandere en nimmer, hetzij
geheel, hetzij gedeeltelijk, als woning worde
gebruikt of ingericht
d. dat de beide achterkamers, op het
plan „beganen grond" aangegeven, nimmer
worden ingericht of gebruikt ter bewoning
en voorts onder bepaling, dat bij niet-
vervulling van een dezer voorwaarden de
aangevraagde vergunning vervalt.
7. Geloofsbrieven van de bij de periodieke ver
kiezing op 27 Juni j.l. en de daarop gevolgde
stemming en herstemming, respectievelijk op 11 en
21 Juli j.l., herkozen en nieuwgekozen raadsleden,
zijnde de heeren jhr. mr. A. Reigersman en A. A.
A. Meeuwesen voor district I, J. J. L. Teychiné
a. dat geene verandering worde ge
bracht in de grenzen van het perceel
e. dat, ter voldoening aan art. 5 der
woningwet, eene teekening in dubbel, inge
richt volgens art. 99 der bouwverordening,
aan burgemeester en wethouders moet
worden aangeboden