29 Juli 1911. 281 meente over het dienstjaar 1910, vergezeld van de noodige bescheiden en bewijsstukken en van een ontwerp-besluit. De voorzitter stelt voor, deze rekening met de daarbij behoorende bescheiden tot onderzoek en rapport te stellen in handen eener commissie van drie leden. Hiertoe besloten zijnde en op verlangen van den raad, dat de voorzitter die commissieleden zal aanwijzen, worden door hem als zoodanig benoemd de heeren Reigersman, O vering en Bloemarts. 10. Schrijven van burgemeester en wethouders, daarbij, onder overlegging van de ingekomen sollicita tiestukken en van het ingewonnen bericht van den inspecteur van het middelbaar onderwijs, ter benoe ming tot directeur-leeraar van de op te richten han delsavondschool in deze gemeente aanbevelende de heeren 1. A. J. van Roessel, 2. W. A. Roovers. met voorstel tevens, om de benoeming te doen ge schieden behoudens goedkeuring van den minister en voor één cursusjaar. De voorzitter stelt voor tot stemming over te gaan. De heer VAN HULTEN zegt, dat het zijne aan dacht heeft getrokken, dat er maar twee sollicitanten zijn, waaruit spreker afleidt, dat de salariëering niet deugt en de bezoldiging te gering is. Hierop is trouwens reeds bij de behandeling der salarisregeling door den heer Overing en door spreker gewezen. Daarom zou spreker eerst de commissie van toezicht

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1911 | | pagina 281