292 19 Augustus 1911.
5. Voorstel van burgemeester en wethouders tot
wijziging van het raadsbesluit, betreffende tijdelijke
belegging van kasgeld, luidende als volgt
„Bij Uw besluit van 18 Februari 1911 werden wij
„gemachtigd, om van de voorhanden zijnde kas
middelen een bedrag van ten hoogste f 100 000,
„door tusschenkomst van de Amsterdamsche Bank
„op prolongatie uit te zetten.
„Het is gebleken, dat het maximum van het te
„beleggen bedrag op sommige tijdstippen te laag
„kan zijn. Behalve over de gewone kasmiddelen, be
schikt de gemeente thans over het bedrag der
„dit jaar aangegane geldleening, groot nominaal
„f 150 000,waarvan op 1 Augustus j.l. de laatste
„f 50 000,is gestort. Waar dit bedrag op het
„oogenblik niet geheel voor betalingen noodig is,
„komt het wenschelijk voor het op prolongatie uit
„te zetten. Daardoor zoude echter het bij Uw boven
genoemd besluit bepaalde maximum worden over
schreden. Wij stellen U daarom voor in plaats van
„„ten hoogste f 100 000,te bepalen „ten hoogste
„f 200 000,—."
„Indien de betrekkelijke posten ter gemeente-be-
„grooting tot laatstgenoemd bedrag worden verhoogd,
„dan zal het tevens niet zoo spoedig voorkomen, dat
„door herhaalde belegging en terugneming in den
„loop van een dienstjaar de begrootingspost te vroeg
„is uitgeput.
„Een ontwerp-besluit tot wijziging der begrooting
„gaat ter vaststelling hierbij."
Niemand der leden hiertegen eenige
bedenking te kennen gevende, wordt ge
meld voorstel en de daarmede verband