19 Augustus 1911. 295 dit bedrag over te schrijven op hoofdstuk IX art. 6 (subsidie aan het burgerlijk armbestuur). Zonder bedenking worden gemelde ont- werp-besluiten goedgekeurd. 8. Voorstel van burgemeester en wethouders tot belegging van de gelden, welke door muntgas- verbruikers als waarborgsom bij de administratie der gasfabriek worden gestort, luidende als volgt: „Ingevolge de „Voorwaarden voor de levering „van gas over muntgasmeters" (Gemeenteblad no. „125), wordt door de muntgasverbruikers eene waar borgsom van f 2,50 bij de directie der gasfabriek „gestort. Voornamelijk in de paar laatste jaren is „het muntgasverbruik zoodanig toegenomen, dat de „bedoelde waarborgsommen thans een gezamenlijk „kapitaal van ruim f 2000,bedragen. Dit be- „drag is als een afzonderlijk fonds in de kas der „fabriek aanwezig en wordt afgescheiden gehouden „van de gewone kasmiddelen. „In overleg met de commissie van bijstand in „het beheer der gasfabriek, hebben wij de vraag „overwogen op welke wijze dit kapitaal op soliede „wijze rentegevend ware te maken, en zijn tot de „overtuiging gekomen, dat zulks zeer wel kan ge schieden door belegging in schuldbrieven. „De wet van 14 Januari 1815 (Stbl. no. 4) „vergunt wel is waar aan de gemeenten niet certi- „ficaten der nationale schuld te bezitten, maar be- veelt de inschrijving daarvan op het grootboek, „doch daaruit volgt niet, dat de gemeente geene „schuldbrieven zoude mogen bezitten. „Bovendien is bij de wet van 14 Juli 1910

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1911 | | pagina 295