19 Augustus 1911. 299 voor de kilometerboekjes ook geboekt op een af zonderlijke rekening van het bedrijf. De vele wisse lingen in de muntgasverbruikers maken het juist noodig, dat de gelden steeds voorhanden zijn. Wanneer die gelden bij de gewone middelen vloeien, behoeven zij geenszins renteloos te blijven. Zij maken deel uit van het bedrijfskapitaal. Is het aanwezige kasgeld te groot, dan kan dit worden overgestort bij den gemeente-ontvanger en onmiddellijk rente- gevend worden belegd. Het verwondert spreker, dat de heer Sparrius den voorgestelden weg heeft aangeraden, waarvan hij het nut en de wenschelijkheid niet kan inzien. De heer MEEUWESEN zegt, dat hij zich zou ver wonderd hebben, als de heer Sparrius anders zou geadviseerd hebben, als hij nu deed. Het betreft hier een zeer speciaal fonds, waarmede op de meest voorzichtige wijze moet worden omgesprongen en hetwelk wel degelijk apart moet worden geadmini streerd. Als burgemeester en wethouders dat fonds rendabel willen maken, is zulks te loven. Alleen kan dan verschil van meening ontstaan over de wijze van belegging. Wat betreft het voorstel, om de rente uit te keeren aan hen, die de waarborgsom gestort hebben en hetgeen dan slechts een dubbeltje per jaar zou be dragen, hierin zou spreker het voorbeeld willen volgen van de staatsspoor met betrekking tot de houders van kilometerboekjes. Die keert ook geen rente uit. Dat zou te omslachtig wezen. De heer BLOEMARTS acht de voorstelling, welke de heer Meeuwesen van de zaak geeft, volkomen juist. Het fonds blijft het eigendom van de munt- gasverbruikers, al is het eene/vorgankolijko zaak. jltd.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1911 | | pagina 299