302 19 Augustus 1911. „genomen van het door de Regeering ingediend „wetsontwerp tot wijziging en aanvulling van de wet „tot regeling van het middelbaar onderwijs, waarbij „aan gemeenten, die een of meer hoogere burger scholen in stand houden, een wettelijk geregelde „bijdrage verzekerd wordt van de gemeenten, wier „inwoners de genoemde inrichtingen bezoeken; „dat waar reeds adressen Uwe vergadering hebben „bereikt, tegen het wetsontwerp gericht, adressant „zich veroorlooft van zijn waardeering van het wets ontwerp bij Uwe vergadering te doen blijken „dat adressant de gemeenten, die bij zijn ambachts school belang hebben, heeft moeten noodzaken tot „de luttele bijdrage van f 15,per jaar voor eiken „leerling, welke die school bezoekt en dat derhalve „niet te verwachten is, dat eene bijdrage van eenig „belang voor de hoogere burgerschool goedschiks zal „worden verkregen, terwijl een dwangmiddel daarvoor „ontbreekt „dat reeds blijkt uit de tabel, gevoegd bij de „memorie van toelichting op het wetsvoorstel, hoe „thans de gemeenten zonder hoogere burgerschool „profiteeren ten koste van de gemeenten met die „scholen en adressant daarom voor Uwe vergadering „een becijfering overbodig acht „dat niet in voldoende mate aan den steeds minder „houdbaar wordenden toestand een einde gemaakt „kan worden, door verhooging van het schoolgeld „tot den kostprijs, daar zoodanige verhooging voor „een breede schaar, voortkomende uit de midden klassen der bevolking, zou gelijk staan met uit sluiting van die klassen, wat niet geacht mag „worden te zijn in het algemeen rijksbelang „dat die verhooging in deze gemeente mede zou „tengevolge hebben meerderen toevloed van leerlingen

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1911 | | pagina 302