30
21 Januari 1911.
veel raadsleden zullen zijn, die de nota van gedepu
teerde staten met het antwoord van burgemeester
en wethouders kunnen navertellen. Er wordt een
geheel nieuw stelsel van financieel beheer opgezet.
Dat moet bestudeerd worden en de raad dient voor
zichtig te zijn in zijn antwoord. Spreker verwacht,
dat gedeputeerde staten nog wel eens op het antwoord
zullen terugkomen en dan zou dit wel eens in het
nadeel der gemeente kunnen uitloopen. Waar het gaat
over zoo'n ingrijpende zaak als deze, behoort ieder
lid van den raad daarvan goed doordrongen te zijn.
Spreker is nederig genoeg om te erkennen, dat
de zaak, welke hij een paar uren heeft bestudeerd,
hem niet duidelijk genoeg is en hij handhaaft der
halve zijn verzoek, om dit punt tot eene volgende
vergadering aan te houden.
De heer VAN HULTEN zegt, dat hij ook niet
voldoenden tijd heeft gehad, om de zaak aandachtig
te bestudeeren, maar dat de gemeente-secretaris zoo
bereidwillig is geweest, om hem in te lichten omtrent
het onderscheid tusschen tijdelijke en vaste leeningen.
Toch komt hem het verwijt van gedeputeerde staten,
dat wij zouden leven van de hand in den tand, nog
onverklaarbaar voor. Spreker herinnert zich nog het
debat tusschen de heeren Rombouts en van Keppel,
over het doen van uitgaven, welke niet op de be
grooting voorkwamen en waarnaar hij met belang
stelling heeft geluisterd. Iets dergelijks verwijten
gedeputeerde staten. Spreker vindt het wel van
belang, om de zaak grondig onder de oogen te zien
en sluit zich derhalve aan bij den heer Meeuwesen.
De heer MERKELBACH VAN ENKHUIZEN
wenscht dit punt eveneens tot eene volgende ver
gadering aan te houden, daar hij niet voldoenden tijd