314
5 September 1911.
De voorzitter wenscht op de eerste plaats de
herkozen raadsleden geluk met hunne herbenoeming
en met het hernieuwde blijk van vertrouwen, door
de kiezers in hen gesteld. Spreker ziet daarin een
bewijs, dat de kiezers tot dusver over de wijze,
waarop zij hun mandaat vervuld hebben, tevreden
zijn geweest, en hoopt, dat zij met denzelfden ijver
zullen willen blijven medewerken tot bevordering
van den bloei der gemeente, vooral nu in de naaste
toekomst vele en belangrijke zaken aan het oordeel
van den raad zullen worden onderworpen.
Den heer van Gastel heet spreker welkom in
deze vergadering. Spreker wenscht hierbij echter
tevens een woord van hulde te brengen aan hem,
die gemeend heeft, zich niet meer voor eene her
benoeming beschikbaar te stellen en wiens plaats
thans door den heer van Gastel is ingenomen. Wij
allen, zegt spreker, weten, dat de heer Verschraage
zijn mandaat met eere vervulde. Hij was iemand,
die niet veel sprak, maar veel werkte. Het spijt
spreker derhalve, hem niet meer hier te zien. Maar
gelukkig blijft hij voor de gemeente behouden en
zal hij ongetwijfeld nog nuttig werkzaam zijn in de
talrijke commissiën, waarin hij zitting heeft. Spreker
hoopt, dat de heer van Gastel op waardige wijze
de plaats van notaris Verschraage zal weten te
vervullen.
Hierop nemen de gekozenen zitting.
De voorzitter zegt, dat de notulen van het
verhandelde in de vergadering van 19 Augustus 1911,
overeenkomstig het bepaalde bij artikel 8 van het
reglement van orde voor den gemeenteraad, ter
inzage voor de leden hebben gelegen en hun boven-