5 September 1911. 317
Op de desbetreffende vraag des voorzitters
verklaart de heer IngenHousz zich bereid de be
trekking opnieuw te aanvaarden, onder hartelijken
dank aan den raad voor de wijze, waarop deze
zijne benoeming heeft tot stand gebracht.
De voorzitter wenscht de herkozen wethouders
van harte geluk met hunne herbenoeming en waar
mede hij ook zich zelf kan gelukwenschen. Door
een langdurigen en bijna dagelijkschen omgang
heeft men elkanders kwaliteiten leeren kennen en
waardeeren en streeft het dagelij ksch bestuur er
naar, somtijds met opoffering van eene persoonlijke
opinie, slechts datgene tot stand te brengen, wat
in het belang der gemeente wordt geacht. Spreker
meent dan ook een beroep te mogen doen op de
leden, die met hem het dagelijksch bestuur vormen,
om steeds in dien geest te willen blijven werk
zaam zijn.
De heer SCHELTUS dankt den voorzitter, ook
namens zijne collega's, voor de vriendelijke woorden
tot hen gericht. Spreker kan hierbij de verzeke
ring geven, dat, al moge een enkele maal verschil
van meening bestaan, de omgang in het dagelijksch
bestuur zoo aangenaam is, als maar gewenscht kan
worden, en dat de wethouders er steeds van over
tuigd waren, dat al wat de burgemeester doet, hij
dit naar zijne meening doet in het waarachtig be
lang van Breda.
2. Schrijven van den heer J. B. Resenk te
Amsterdam, daarbij aannemende zijne benoeming
tot leeraar in de electrotechniek aan de ambachts
school alhier.