322 A" 5 September 1911. de heeren A. A. A. Meeuwesen en F. A. M. J. Smits, respectievelijk met 17 en 18 stemmen. De heeren van den Brink, van Hulten, Mer- kelbach van Enkhuizen en Lijdsman bekwamen ieder ééne stem, terwijl één briefje in blanco was ingeleverd. Op de desbetreffende vraag des voorzitters verklaren de benoemden allen de op hen uitgebrachte benoemingen aan te nemen. 9. Schrijven van burgemeester en wethouders, daarbij ter goedkeuring aanbiedende het bestek en de voorwaarden van aanbesteding voor den bouw van twee politieposthuizen. De voorzitter vraagt, of de raad zich met dit ontwerp kan vereenigen. De heer VAN KEPPEL zegt, dat ook thans weer opnieuw gebleken is, dat geen begrooting van kosten bij het bestek is overgelegd. Spreker acht het wensche- lijk, dat het begrootingscijfer wordt gekend. Bestaat er bezwaar, om dat cijfer publiek te maken, dan kan de begrooting bij de geheime stukken worden gevoegd. De voorzitter acht het in het algemeen niet wenschelijk, dat de begrooting bekend zij, omdat de aannemers er dan te veel rekening mede houden. De opmerking, door een der leden van de bouw commissie tijdens de circulatie van de stukken ge maakt, dat de begrooting aan de commissie niet bekend was, is niet juist. Die begrooting heeft wel raad van advies te dienen over tramzaken en alles wat daarmede in den ruimsten zin in verband staat

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1911 | | pagina 322