5 September 1911. /[y 325 of van de gemeente. Overigens vindt spreker het verleenen van een blanco crediet wel wat gevaarlijk. Liever zag spreker daarvoor een maximum genoemd, b.v. f 5000, De voorzitter zegt, dat de kosten vermoede lijk ten laste van de waterleiding zullen worden ge bracht. Dat burgemeester en wethouders een blanco crediet hebben aangevraagd, is voornamelijk hierin gelegen, dat zij geen vast cijfer kunnen noemen, doch in geen geval zullen de kosten hoog zijn. Waarschijnlijk nog geen f 1000,Alle oude gegevens zijn nog voor handen. De heer VAN KEPPEL heeft hetzelfde bezwaar als de heer van Hulten. Spreker is niet tegen het toestaan van een crediet, maar het geven van een blanco crediet acht hij in principe niet wenschelijk. De heer MEEUWESEN is voor het voorstel van burgemeester en wethouders. Het betreft alleen een onderzoek naar de capaciteit van de prise d'eau, zoodat de zaak zeer begrensd is en de kosten in geen geval hoog kunnen zijn. Wijl burgemeester en wethouders echter niet alles kunnen voorzien en zich alle mogelijke eventualiteiten kunnen voordoen, is het toestaan van een blanco crediet gewenscht. Het betreft hier eene zeer belangrijke zaak, niet alleen voor Breda, maar ook voor de omliggende gemeenten. Intusschen zou spreker aan burgemeester en wet houders wel in overweging willen geven, het onder zoek op te dragen aan een deskundige, die tot dusver met de Bredasche waterleiding nog niets te maken heeft gehad.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1911 | | pagina 325