330 5 September 1911. hier officieel wenschen ontvangen te worden, be- hooren zij daartoe een verzoek te richten tot het dagelij ksch bestuur. Daarop kunnen burgemeester en wethouders dan eene beslissing nemen. Een zoodanig verzoek is echter van het bestuur van den Katholiekendag niet in gekomen. Alleen is gevraagd, om de versiering, welke rond de muziektent was aangebracht, te laten staan en hierop is door burgemeester en wethouders gun stig beschikt. De heer VAN HULTEN is van meening, dat er dan misschien eene andere oorzaak aan ten grond slag heeft gelegen. De heer ROMBOUTS moet opkomen tegen de uit drukking van den heer van Hulten. Het is hier altijd gebruikelijk, dat vereenigingen, die officieel ontvangen willen worden, dit zelf aanvragen. Spreker kan beslist verzekeren, dat hier geen bijbedoelingen achter zitten, wat betreft het niet officieel ontvangen door het gemeentebestuur. Er worden hier nooit offertes gedaan aan vereenigingen, welke ook. Steeds moeten zij dat zelf aanvragen en in den regel wordt er dan aan toegegeven. De vereeniging „Breda Voor uit" had een heel lijstje van verzoeken, welke voor het meerendeel werden ingewilligd. Het ligt dus in dit geval niet aan het gemeentebestuur, maar aan den aanvrager. De heer VAN HULTEN zegt, dat de door hem gebezigde uitdrukking, dat er misschien andere oor zaken zouden zijn, niet doelt op het niet plaats ge had hebben der officieele ontvangst, doch op het niet aanvragen daarvan. En dat is eene kwestie, welke hier niet ter sprake behoort te worden gebracht.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1911 | | pagina 330