352 13 September 1911. kleinigheden benut, om de zaak te bestrijden. Het advies van de deskundigen dateert van 4 Februari 1911, en de akte van schenking van mej. Manise van 28 Maart d.a.v. De zaak zal dus van te voren wel reeds besproken zijn, zoodat de heeren wel wisten, wat zij deden, toen zij hun advies uitbrachten. Het tijdsverloop tusschen het advies en de aanbieding is lang niet zoo groot, als de behandeling van sprekers voorstellen in den raad, welke reeds van 1909 dag- teekenen. De heer VAN HULTEN heeft de overtuiging gekre gen, dat het aanbod van mej. Manise door burge meester en wethouders met ernst is behandeld. Maar spreker heeft geene afdoende motieven gehoord tegen het voorstel van den heer Merkelbach van Enk huizen, zoodat hij op aanneming daarvan aandringt. De voorzitter zegt, dat de assurantie buiten berekening is gelaten, omdat men hoegenaamd niets weet van de vermoedelijke verkoopwaarde der schil derijen. Het lag in het voornemen van burgemeester en wethouders, indien mej. Manise in het voorstel had toegestemd, om zich in verbinding te stellen met Jhr. Victor de Stuers en Prof. Martin. Tegen het voorstel van den heer Merkelbach van Enkhuizen bestaat overigens bij burgemeester en wethouders geen bezwaar en zal, bij aanneming daarvan, getracht worden van die heeren iets naders te weten te komen. De heer VAN DEN BRINK meent dan op spoed te moeten aandringen, daar mej. Manise haar aan bod slechts tot 28 September e.k. gestand doet. Voor dien tijd zal er dan toch nog eene raadsvergadering moeten gehouden worden.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1911 | | pagina 352