■u 13 September 1911. 355 „Ik gaf terstond van Gils last een man van de plaats „in de stokerij te laten medehelpen, die daardoor het „werk van de anderen kon verlichten. Van tilburg „ging na een kwartiertje rust uit eigen beweging weder „aan het werk. Van de goorbergh begon niet weder, „ook niet met de volgende charge van 4 uur. Tegen 5 uur was van Gils in de stokerij en zag hem ge- kleed uit het schaftlokaal komen, maar op het gezicht „van van Gils terstond weder verdwijnende. Van Gils „ging daarop even naar de plaats en toen hij na „korten tijd weder in de stokerij kwam, was van de „Goorbergh verdwenen. Op een vraag aan den hoofd- stoker gedaan, antwoordde deze, dat hij naar huis „was gegaan. „Op dat oogenblik was ik op het kantoor en zag „van de Goorbergh, volkomen normaal, de voordeur „uitgaan ik riep hem terug vragende waarom hij „wegging. Op zijn antwoord, dat hij naar huis ging, „omdat hij niet meer kon werken van de warmte „(ofschoon de onweersbui de temperatuur merkbaar „had doen dalen) liet ik hem gaan, waarop ik van „van Gils het bovenvermelde vernam. „Van de Goorbergh heeft dus, zonder er den „voorman of mij persoonlijk van in kennis te stellen, „de fabriek onder het werk verlaten. Ik heb hem „eenigen tijd geleden uitdrukkelijk gezegd, dat hij, „wanneer hij iets te verzoeken of te melden had, dit „aan van Gils of aan mij persoonlijk kon doen. Hij „heeft dus tegen dit bevel gehandeld. Het zou een „eigenaardigen toestand worden, wanneer de stokers „maar weg konden loopen, om welke reden ook, zonder „daartoe van mij, hetzij direct of door middel van „den voorman, verlof te krijgen. „Van de Goorbergh verkiest de meerderheid van „van Gils boven hem niet te erkennen en wil hem „ook geen verlof vragen. Ik heb dit reeds dikwijls est

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1911 | | pagina 355