356 13 September 1911. „opgemerkt en vermoed dat dit ook thans weder het „geval is geweest. „Ik heb, omdat dit eene bijzondere ziekte was, geen „briefje van den geneesheer gevraagd en slechts '/4 „dagloon, 45 cents, afgehouden van zijn weekgeld. „Was er een werkliedenreglement, dan zou ik een „bewijs van den dokter hebben verlangd, en daarop „5/16 dagloon of 55 cents hebben doen korten (de „helft van 5/8 werkdag, dien hij had verzuimd.) „Den Zondag d. a. v. sprak van de Goorbergh „mij, toen ik des voormiddags in de stokerij kwam, „aan, waarom hem 45 cents van zijn loon waren inge houden. Toen ik hem de reden opgaf, werd hij heftig, „ging met opgeheven vinger voor mij staan, verze kerend, dat hij zich wel recht zou verschaffen voor „de erg onnette manier van handelen van mij en derge lijke meer krasse uitdrukkingen, die ik mij niet alle „goed meer herinner. Het werd mij ten slotte te bar, „zoodat ik aan het onverkwikkelijk dispuut een einde „maakte door te zeggen „Jij bent een brutale vlegel, „dat heb ik je al meer gezegd, maar als je nu niet „gauw je groote mond dicht houdt, stuur ik je de „fabriek uit". Hij droop daarop af nog steeds mop perende over recht, dat hij zich zou verschaffen. „Ik verzoek u beleefd van de Goorbergh de 45 „cents niet alsnog te doen uitkeeren. Ik meen het „volste recht te hebben gehad tot inhouding van „dat bedrag wegens ziekte, nog wel zonder bewijs „van een geneesheer. „Wegens het wegloopen van zijn werk, zonder de „juiste personen daarvan in kennis te stellen en het „brutale optreden daarna, verdiende hij eerder nog „een straf of ten minste eene strenge terechtwijzing. „Hoogachtend, „De waarnemend Directeur der Gasfabriek, „(get.) J. LATER".

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1911 | | pagina 356