u
366 26 September 1911.
men, of de Amsterdamsche Bank die opdracht heeft
aanvaard en zich nu ook verantwoordelijk heeft ge
steld voor eventueele schade, indien aan die opdracht
geen gevolg wordt gegeven.
De voorzitter antwoordt hierop, dat aan de
Amsterdamsche Bank is verzocht geworden, voortaan
telkens, nadat haar de uitslag eener uitloting is
medegedeeld, daarvan, overeenkomstig het leenings-
plan, aankondiging te doen in een of meer der te
Amsterdam verschijnende nieuwsbladen. Dit heeft
de Bank op zich genomen, maar zij heeft zich niet
bepaaldelijk verantwoordelijk gesteld voor eventueele
schade, indien de bekendmaking mocht achterwege
blijven.
De heer J. M. INGENHOUSZ betreurt het, dat
die conditie niet is gesteld geworden. De Amster
damsche Bank geniet provisie voor de uitbetaling
van coupons en trekt dus voordeel van hare be
moeiingen. Spreker meent, dat ze zich daarom ook
wel aansprakelijk kan stellen voor eventueele nadee-
len, uit haar verzuim voortvloeiende.
De heer mr. W. INGENHOUSZ zegt, dat burge
meester en wethouders aan de Amsterdamsche Bank
een algemeenen last gegeven hebben, om telkens
voor de publicatie zorg te dragen. De Bank heeft
dien last schriftelijk aanvaard. Als zij dus die last
geving niet nakomt, is zij vanzelf aansprakelijk voor
de gevolgen. Spreker meent daarom, dat de raad
in dit opzicht kan gerust zijn.
De heer J. M. INGENHOUSZ kan zich, na deze
toelichting, wel met het voorstel vereenigen.