372 26 September 1911. „wil ik gaarne eene vergissing, die ik in de vorige „vergadering schijn begaan te hebben, herstellen en „verzoek ik U derhalve beleefd van dit schrijven „voorlezing te willen doen. „Mijne verklaring, dat de heeren Prof. dr. Martin „en Kalf een ongunstig oordeel over de verzameling „van Nispen hadden uitgesproken, is mogelijk onjuist „geweest, aangezien genoemde heeren mij mededeel- „den dat zij nimmer de collectie bezochten. „Ik voor mij echter kan mij mijne vergissing on mogelijk verklaren; ten overvloede voeg ik hierbij „een schrijven van den heer van Dongen, architect „te dezer stede, die blijkbaar in dezelfde meening „verkeerd heeft als ik. „Inmiddels verblijf ik na beleefde groeten „Hoogachtend, „Uw D.w. „(get.) E. VAN LANSCHOT." Bedoeld schrijven van den heer van Dongen, hetwelk eveneens door den voorzitter wordt voor gelezen, luidt als volgt: „Breda, 21 September 1911. „Den Edelachtbaren Heer „mr. E. P. van Lanschot, „Burgemeester van Breda. „Edelachtbare Heer. „Toen ik U eenige dagen geleden op een desbetref fende vraag antwoordde, dat ook mij indertijd het „oordeel der heeren Martin en Kalf, betreffende „de schilderijen-collectie van Nispen van Zevenaar

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1911 | | pagina 372