26 September 1911. 379 Er is ééne schilderij bij met eene vermoedelijke waarde van f 300,en ééne van f 200,waarde. Dat zijn de eenige in eene verzameling van nage noeg 400 stuks. Als men nu daar nog de schunnige stukken uithaalt, dan acht spreker eiken gulden, die besteed wordt om die verzameling te bewaren, weg geworpen geld. De voorzitter moet opkomen tegen de uitdruk king van den heer Rombouts, alsof zich onder de verzameling schunnige afbeeldingen zouden bevinden. Spreker heeft die althans niet gezien. Als daarmede echter bedoeld worden naakte figuren, dan moet spreker erop wijzen, dat men die in elk museum aantreft. De heer MEEUWESEN is het volmaakt eens met den heer Rombouts. Aanvankelijk ging de roep, alsof die verzameling eene ontzettende waarde had, terwijl ten slotte blijkt, dat zij slechts eene waarde bezit van f20000,Als van den beginne af het bedrag was genoemd, waarvoor de collectie voor de successie was aangegeven, hetgeen, als spreker goed is inge licht, nog ver beneden de f 20000,is, dan zou men reeds aanstonds tot de overtuiging zijn gekomen, dat het geen kostbare verzameling is, maar eene eenigszins curieuse, bijeengebracht door een liefhebber. Op een paar stukken na, bezit de heele collectie weinig waarde. De hoogste waarde van een der schil derijen is f 300,Het ligt dus voor de hand, dat van de opbrengst der collectie, welke verkocht mag worden, slechts een zeer gering bedrag in de ge meentekas zou vloeien. Als mejuffrouw Mamse, na kennisneming van de daarover in den raad gehouden discussiën, de schen-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1911 | | pagina 379