21 Januari 1911. 37 ten bedrage vanf 122000, (Eene nauwkeurige specificatie dezer uitgaven vindt men op pag. 20 en 27 van de memorie van toelichting, be- hoorende bij de gemeente-begrooting voor het dienstjaar 1911). b. tweede gedeelte van de uitbreiding der ambachtsschool- 25000, Groote Kerk- 4000, het Wilhelminakanaal- 10000, politieposten- 5000, kosten van vernieuwing der brug bij de mestvaalt- 3000, y. kosten van ophooging van den weg naar de cavaleriekazerne en den nieuwen weg achter den watertoren - 4000, h. kosten van aanleg van nieuwe trot toirs- 2000, Samen f 175000, De onder b tot en met h genoemde posten zijn uit gaven, welke bij de begrooting voor 1911 zijn toegestaan. Na gevoerde onderhandelingen heeft de directie der weduwen- en weezenkas voor de officieren van de landmacht zich bereid verklaard de leening met de gemeente Breda aan te gaan onder de voor waarden, in het besluit omschreven. Behalve dat deze leening als eene zeer voordeelige operatie voor de gemeente is te beschouwen, is aan het sluiten eener onderhandsche leening nog dit voordeel verbonden, dat slechts ééne obligatie op c. subsidie in de restauratie van de d. storting van den eersten termijn van de bijdrage voor den aanleg van e. kosten van het stichten van twee

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1911 | | pagina 37