21 October 191 Tegenwoordig de heeren J. LIJDSMAN, J. M. INGENHOUSZ, J. G. OVERING, jhr. mr. A. REIGERS MAN, J. J. L. TEYCHINÉ, J. C. J. VAN GASTEL, A. A. A. MEEUWESEN, F. C. J. VAN HULTEN, F. A. M. J. SMITS, mr. W. INGENHOUSZ, A. P. SCHELTUS, W. G. H. ROMBOUTS, F. J. M. HEIJ- LAERTS, A. F. SMITS, A. C. BOM, mr. P. M. J. E. BLOEMARTS, J. B. M. MERKELBACH VAN ENKHUIZEN, J. A. H. VAN DEN BRINK, W. J. SLECHTRIEM, L. J. STAAL en J. R. baron VAN KEPPEL. Voorzitter de heer mr. E. P. burgemeester. VAN LANSCHOT, De voorzitter opent de vergadering en zegt, dat de notulen van het verhandelde in de vergade ringen van 13 en 2 6 September 1911, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 8 van het reglement van orde voor den gemeenteraad, ter inzage voor de leden hebben gelegen en hun bovendien in afdruk zijn toe gezonden en vraagt of iemand der leden alsnog voor lezing daarvan verlangt, of eenige bemerkingen daar tegen in het midden heeft te brengen, allereerst wat betreft de notulen van 13 September j.l. De heer VAN DEN BRINK wenscht op pag. 344, 11 de regel van onder, in plaats van de jaarlijksche uitgaven te lezen de gewone jaarlijksche uitgaven en lit

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1911 | | pagina 383