394
21 October 1911.
De heer Fr. SMITS zegt, dat deze voordracht,
toen hij de agenda in ontvangst nam, een onaan-
genamen indruk op hem maakte. De commissie voor
de handelsavondschool, waarvan spreker lid is, had
de voordracht opgemaakt geheel in overeenstemming
met de verordening, door voor iedere functie een
dubbeltal candidaten aan te bevelen. Die voordrachten
waren tot stand gekomen na nauwgezette overweging
en eerst nadat de commissie daarvoor enkele avonden
had vergaderd.
Toen spreker nadien kennis nam van het prae-
advies van burgemeester en wethouders, is hem
gebleken, dat de commissie voor de handelsavond
school zich nader met de zienswijze van den inspecteur
had vereenigd. Spreker heeft die laatste vergadering
van de commissie wegens uitstedigheid niet kunnen
bijwonen anders zou hij zich stellig tegen dat besluit
hebben verzet. Door den inspecteur worden nu be
paalde candidaten ter benoeming opgedrongen. Voor
marionetwerk wil spreker zich echter nieygomakkolijk
laten gebruiken. Uit vrees van de spoedige opening
der handelsavondschool in gevaar te zullen brengen,
is van spreker thans geen voorstel te wachten, zich
echter voorbehoudende, hoe hij zich verder ten op
zichte van deze benoemingen zal gedragen.
De heer VAN HULTEN zegt het volgende
„Allereerst ontvangen wij geen voordracht maar
„wel een voorstel om genoemde personen te benoemen.
„Dit is in strijd met art. 3 sub. 1 van het reglement
„voor den handelscursus. Keuze is er dus niet en
„voornamelijk er is zonder de minste reden afge-
weken van het reglement, dat vooorschrijft eene
„voordracht van ten minste 2 personen. De inspec
teur kan wel beweren dat de minister genoegen
ik„