396 21 October 1911. „Verder wordt door burgemeester en wethouders „er op gewezen, dat er spoed dient betracht te wor- „den met de inwerkingstelling van de school. Ik „kan niet inzien, dat die spoed moet gaan vóór een „goede regeling. Met dezen handelsavondcursus is „het vrijwel ongeregeld gegaan. De directeur was „er al, vóór de commissie, tot adviseeren geroepen, „was samengesteld. Mij komt het zeer gewenscht „voor dien grooten spoed achterwege te laten en de „school te laten beginnen 1 Januari a. s. Vooral om- „dat toch nog ontbreekt de voornaamste persoon, „de vakman, waar heel de school op draagt, de leeraar „boekhouden. Verder stel ik voor, de voordracht terug „te zenden, teneinde die in overeenstemming te bren- „gen met art. 3 van het reglement." De heer MEEUWESEN is ook van meening, dat de inspecteur wat al te hardhandig is te werk ge gaan, ofschoon hij veronderstelt, dat de inspecteur geheel te goeder trouw heeft gehandeld. Spreker betwijfelt, of die groote haast wel in het belang is van de handelsavondschool. De raad behoort eene keuze te hebben. Het bevreemdt spreker, dat de voordracht van de commissie, welke volkomen in den vorm was, niet in den raad is gekomen. Thans is het eene voordracht van enkelingen. Dat de han delsavondschool in gevaar zou worden gebracht, door de benoeming aan te houden, kan spreker niet inzien. Wel kan het eenige vertraging geven, maar het belang der school brengt dit mede. Daarom ook wil spreker de benoeming aanhouden, totdat eene voor dracht is opgemaakt volgens de bepalingen van het reglement. Nu worden er eenvoudig vier candidaten aangewezen, die benoemd moeten worden. Door de commissie is eene lijst van gegadigden opgemaakt.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1911 | | pagina 396