21 October 1911.
401
eene middelbare akte staat, wat kennis van gramma
tica en litteratuur betreft, ver boven iemand, die
slechts eene lagere akte bezit.
De heer MEEUWESEN meent, dat de voorzitter
der commissie het nog erger maakt dan de inspecteur.
Hij zet den raad het mes op de keel, door te dreigen
met een jaar uitstel, als thans niet tot de benoeming
wordt overgegaan. Spreker ziet echter niet in, waar
om de cursus niet een paar weken later zou kunnen
beginnen. Het cursusjaar is berekend op 8 maanden.
In het eerste jaar zal veel herhaald worden, van
hetgeen den leerlingen reeds vroeger op de school
onderwezen is. Spreker ziet dus volstrekt niet in, dat
door een kort uitstel het onderwijs zoozeer zou ge
schaad worden. Als de voordracht formeel in orde is
gebracht, kan onmiddellijk tot de benoeming worden
overgegaan en kunnen de lessen stellig nog dit jaar
aanvangen. Met een kort uitstel, zooals de heer
Bloemarts heeft aangegeven, zou de cursus nog met
15 November of 1 December kunnen beginnen.
Spreker wenscht daarom de benoeming alsnog aan
te houden.
De heer OVERING sluit zich als raadslid aan bij
de protesten tegen den inspecteur, maar als lid der
commissie voor de handelsavondschool zou het hem
spijten, indien de aanvang van den cursus nog een
jaar moest worden uitgesteld. Er is een groote be
hoefte aan handelsonderwijs en daarom zou het te
bejammeren zijn, als de zaak op de lange baan moest
worden geschoven. Indien echter met een kort uit
stel van b.v. eene maand en zonder nadeel voor het
onderwijs eene andere voordracht ware te verkrijgen,
dan zou spreker er sterk voor zijn, om het reglement
te handhaven.