402 21 October 1911. De voorzitter wijst erop, dat de zaak al van verschillende kanten is bekeken en vindt het advies van den inspecteur ook wel wat autocratisch. Maar de voordrachten moeten door den minister worden goedgekeurd en komen dus weer bij den inspecteur terug. Die zal zeggen, dat no. 1 geschikt is en de anderen niet. Spreker vreest dus, dat het gevolg ervan zal zijn, dat de voordrachten niet worden goedgekeurd en er dus vertraging zal ontstaan. Aanvankelijk had men gehoopt, dat de cursus met 15 September zou hebben kunnen beginnen, zoodat men nu reeds 6 weken ten achter is. Die moeten zooveel mogelijk worden ingehaald. Half De cember moet de vacantie beginnen, omdat na dien tijd op geen bezoek van leerlingen meer te rekenen valt met het oog op het opmaken der jaarbalansen. De leerlingen zullen den cursustijd zeer noodig heb ben. Het zal geen repeteeren zijn van het vroeger ge leerde, zooals de heer Meeuwesen meent, maar al het onderwijs zal voor de leerlingen nieuw zijn. Daar om zou het jammer wezen, als de cursus thans niet kon beginnen. Van inhalen in de zomermaanden kan ook geen sprake wezen. De heer ROMBOUTS begint met te verklaren, dat hij is een groot voorstander van handelsonderwijs, omdat hij in zijne levenservaring het nut daarvan heeft ingezien. Velen betreuren het, dat zij in hunne jeugd daarvan niet hebben kunnen profiteeren. En als men het doel wil, moet men ook de middelen willen. Het doel is bereikt en dan moet men ook verder over de bezwaren heenstappen. De heer OVERING sluit zich hierbij gaarne aan en meent, dat de raad het kan laten bij een protest

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1911 | | pagina 402