\L 410 21 October 1911. „gelegenheid aanbiedt om daarin verandering aan „te brengen, langer te bestendigen. De gemeente „heeft o. i. tot plicht te zorgen voor eene behoor lijke genees- en heelkundige bediening harer armen „en zulk eene bediening eischt, dat degene, die er „mede belast wordt, zich geheel daaraan kan wijden. „Van dit standpunt beschouwd, is het derhalve „noodig de genees- en heelkundige armenpraktijk in „haren geheelen omvang op te dragen aan één ge neesheer, wien misschien zou kunnen worden toe gestaan de uitoefening van spreekuur- of consul tatieve praktijk, maar die overigens niets omhanden „heeft. Hem zou een ander geneesheer (waarvoor „dr. Bossers kan worden aangewezen met behoud van „zijne tegenwoordige belooning ad f 1000,'s-jaars) „voor plaatsvervanging en assistentie ten dienste „moeten staan en zulks temeer, omdat wij tot de „werkzaamheden van armen-geneesheer ook wenschen „te brengen de politionaire heelkundige diensten, „het verleenen van bijstand aan vroedvrouwen bij „verloskundige hulp, het verrichten van kostelooze „vaccinatie en doodschouw, het keuren en contro- „leeren van gemeente-ambtenaren, beambten en „-werklieden en eindelijk het leiden van den gemeen telijken gezondheids- en ontsmettingsdienst. „Met de voorgestelde reorganisatie van meerbe- doelden dienst dient gepaard te gaan de invoering „van een beperkt geneeskundig schooltoezicht. Wij „zijn geen voorstanders van de aanstelling van af zonderlijke schoolartsen en meenen, dat het hier- bedoelde toezicht zich alleen behoort uittestrekken „tot de openbare kostelooze scholen en die bijzondere „kostelooze scholen, welker besturen om dat toezicht „vragen, omdat alleen ten aanzien van de openbare „scholen een dwingend voorschrift kan worden ge-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1911 | | pagina 410