21 October 1911.
411
geven en de plicht voor een voldoend geneeskundig
.toezicht op de leerlingen, welke de scholen bezoeken,
.waar schoolgeld wordt geheven, behoort te worden
.vervuld door de ouders of verzorgers dier leerlingen.
,Aan den te benoemen arm en-geneesheer zouden wij
.daarom ook het geneeskundig schooltoezicht willen
.zien opgedragen in den omvang als hiervoor werd
.aangegeven. Alleen bij eene organisatie zooals die
.hierin ligt opgesloten, verwachten wij van dat toe-
zicht voldoend nuttig effect om tot de invoering
.daarvan te besluiten en wel voornamelijk op dezen
.grond, dat de schoolarts zijne patientjes uit de
.school als huisarts terugvindt. Hij kan derhalve
.zonder veel moeiten nagaan of zijne wenken en
.voorschriften worden opgevolgd en bij verzuim
.daarvan, kan hij alleen pressie genoeg uitoefenen
,om daartoe te dwingen. Hij kent bovendien de ge-
zinnen, weet over welke middelen die gezinnen be-
schikken en kan zijne voorschriften daarbij aan-
passen, altemaal gegevens, welke den afzonderlijken
.schoolarts in verreweg de meeste gevallen ontbreken.
„Het zal Uwe vergadering duidelijk zijn dat aan
,den geneesheer, die wordt geroepen tot een werk-
kring als hiermede in grove trekken is omschreven
,en welke in eene instructie nader zal behooren te
.worden uitgewerkt, hooge eischen worden gesteld.
.Zijne belooning zal daarmede en met zijne maat
schappelijke positie in overeenstemming moeten zijn.
,Het behoeft derhalve geen betoog, dat voor de in-
voering van de reorganisatie zooals wij ons die ge-
dacht hebben, een niet onaanzienlijk offer van de
.gemeentekas moet worden gevraagd. Wij zijn echter
.doordrongen van het groote gewicht een er goede
.geneeskundige armenverzorging, gepaard met be-
perkt geneeskundig schooltoezicht en leiding van
