21 October 1911. 421 Burgemeester en wethouders noemen een aantal zaken, waarmede zij den armen-geneesheer willen belasten, zooals het verrichten van politionaire heel kundige diensten, het verleenen van bijstand aan vroedvrouwen, het verrichten van kostelooze vaccina- tiën en doodschouw, het keuren en controleeren van gemeente-ambtenaren, beambten en werklieden en het leiden van den gemeentelijken gezondheids- en ontsmettingsdienst. Allemaal zaken, die de tegen woordige doctoren ook doen. Nog wenschen burge meester en wethouders er aan toe te voegen de invoering van een beperkt geneeskundig schooltoezicht. Alleen het schooltoezicht is iets nieuws. Spreker verheugt zich daarover, omdat het vele ziekten en kwalen kan voorkomen. Spreker meent dan ook, dat dit toezicht aan het menschdom werkelijk zal ten goede komen. Nu dat toezicht echter beperkt blijft tot de kostelooze openbare scholen, is spreker van meening, dat het evengoed door de tegenwoordige doctoren kan worden verricht. Spreker constateert verder, dat geen enkele reden is opgegeven, waarom het tegenwoordige systeem niet deugt. Is die gelegen in dat luttele schooltoezicht, dan is de regeling te duur. Een groot bezwaar bestaat ook hierin, dat de ge meente-doctor geheel buiten zijne andere collega's zal komen te staan. Thans zijn er twee doctoren, die elkander behulpzaam kunnen zijn. Spreker ver wacht dan ook, dat burgemeester en wethouders nader zullen mededeelen, wat er aan het tegenwoor dige systeem hapert en waarom dat niet voldoet. De heer O VERING sluit zich aan bij den heer van Keppel. Ook spreker had willen vragen, waarom de bestaande organisatie niet deugt. Is die van dien

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1911 | | pagina 421