424 21 October 1911. daan, con amore onderschrijft. Spreker is vijftig jaar lang in de gelegenheid geweest om de geneeskundige praktijk na te gaan. Niemand kan twee heeren dienen. En nu is sprekers ondervinding, dat een arme patient gevaar loopt langer te moeten wachten dan een be talende. Het zou dan ook een groote verbetering zijn, indien de armenpraktijk, overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders, aan één geneesheer kon worden opgedragen. De opleiding der tegenwoordige medici geeft waarborg, dat zij de geneeskunde in hun vollen omvang kunnen be hartigen. Als stadsdoctor kan hij zich geheel aan den arme wijden en zal hij uit den aard der zaak ook meer tijd kunnen besteden aan zijne patiënten. Spreker is altijd voor het betrachten der zuinigheid, doch in dit geval wil hij gaarne het offer brengen aan den armen natuurgenoot, omdat hij overtuigd is, dat die gelden welbesteed zullen zijn. Er is nog een groot nadeel aan het tegenwoor dige systeem. Tot nog toe moeten de geneesheeren bij opname van patiënten in het gasthuis, die pa- tienten afgeven aan den behandelenden geneesheer van het gesticht. Dat kan anders worden, als er maar één armendoctor is. Spreker heeft er zich van vergewist, dat tegen toelating van een enkelen geneesheer bij het bestuur van het gasthuis geen bezwaar bestaat. De armendoctor zal dus zijne pa- tienten in het gasthuis onder behandeling kunnen houden. Het voorstel van burgemeester en wethouders wordt alsnu in stemming gebracht, doch verworpen met 11 tegen 10 stemmen. Tegen stemden de heeren Lijdsman, Overing,

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1911 | | pagina 424